Ben ik nog steeds een zondaar?
In een weblog van Jos Douma met als titel: ‘Terugduwen in het doopwater’ las ik het volgende:
Kunnen wij niet zeggen: ‘In Christus ben ik geen zondaar meer, maar een nieuwe schepping dankzij het vernieuwende werk van de Geest; en zeker, ik zondig nog, vaker dan me lief is; en zeker, op de man af gevraagd erken ik dat het vaak zo tegenvalt met dat nieuw leven – maar God zij dank, ik wás een zondaar, ik bén een nieuwe schepping’.
Arjan Gelderblom die in zijn weblog hierop inhaakt vraagt zich af: ‘ben je een zondaar die geheiligd is of een heilige die zondigt?’.
Toen ik dat zo las dacht ik: Er is niets nieuws onder de zon want waar is deze problematiek al eerder aan de orde geweest? Jawel, bij Maarten Luther (1483-1546). Van Luther is de bekende stelling afkomstig: “Simul Iustus et Peccator” wat zoveel betekent als “Tegelijk rechtvaardige en zondaar”. Wat wordt bedoeld met een ‘rechtvaardige’? Eigenlijk in grote lijnen wat staat in H.C. antw. 60: Een rechtvaardige is iemand die van God een geweldig groot geschenk heeft ontvangen. Geheel onverdiend, alleen uit genade wordt hem of haar de volkomen voldoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus toegerekend. God doet zelfs net alsof ik nooit zonde had gehad of gedaan; het gaat zelfs zover alsof ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht had, die Christus voor mij volbracht heeft. Het middel dat God hiervoor gebruikt is het geloof.
In de visie van Luther wordt de gelovige door God voor de volle 100% voor rechtvaardig verklaard. Je bent kind van God geworden. Een geliefde zoon of dochter. Je bent erfgenaam geworden van God. Alle schatten en gaven van het Koninkrijk vallen je hierdoor ten deel. Hij, Christus, is in ons, en wij in Hem. Je krijgt de gave van de Heilige Geest. Je wordt één met Christus en daarom ben je een nieuwe schepping (2 Korintiërs 5:17). Kortom, je hebt in Christus een geweldig hoge positie gekregen. Dit wordt wel aangeduid als de ‘relationele ontologie’. Dit betekent zoiets als: Wat je bent, dat ben je uitsluitend dankzij je relatie met iemand anders en in dit geval is dat Christus.
Er is ook nog zoiets al ‘stoffelijke ontologie’, wat zoiets betekent als: wat je bent ben je vanuit jezelf als je alleen naar jezelf kijkt. Om die reden bleef Luther volhouden dat de gelovige ook na zijn bekering tegelijk zondaar is. Daarom blijft het gebed om dagelijkse schuldvergeving noodzakelijk. We zijn rechtvaardig, zegt Luther, maar ook de oude Adam zit nog steeds in ons. Luther vergelijkt de situatie waarin een kind van God verkeert met iemand die ziek is, maar die door de dokter wel een volledig herstel beloofd is en die zich nu al gedraagt alsof hij heel spoedig volledig zal herstellen. Luther schrijft: “Rechtvaardiging” is gelijk aan het geval van een zieke die gelooft in de dokter omdat de dokter hem een volledig herstel heeft beloofd. In de tussentijd gehoorzaamt hij trouw de opdrachten van de dokter, in de hoop op het beloofde herstel [van zijn zondige neigingen] en laat die dingen staan die hem door de dokter verboden zijn, zodat hij op geen enkele manier het beloofde volledig herstel zal hinderen of zijn ziekte zal verergeren, totdat de dokter zijn belofte aan hem gestand kan doen”.
Luther vervolgt: “Welnu, is de zieke man al hersteld? De werkelijkheid is dat hij zowel ziek is als hersteld. Feitelijk is hij ziek maar hij is ook hersteld [beschouwd als rechtvaardige]en dat komt door de vaste belofte van de dokter. De dokter die hij vertrouwt en die hem al als hersteld beschouwd, omdat de dokter er zeker van is dat hij hem zal genezen”.
Ook al was ook voor Luther de zonde in het leven van de bekeerde niet langer de baas, (Peccatum Regnatum) toch was en is de aanspraak ‘zondaar’ voor Rome onaanvaardbaar.
Laat ik eerlijk zijn: de aanspraak ‘zondaar’ doet ook zeer aan mijn oren. Maar het is daarbij wel de vraag of dit komt door de oude mens in mij, of dat dit komt door de nieuwe mens in mij die dit een ongepaste aanspraak vind voor een heilige. Want zo worden we in het NT aangesproken: als geroepen heiligen, als een nieuwe schepping, als meer dan overwinnaars enz. We moeten er wel bij zeggen: we hebben deze hoge status niet vanuit onszelf maar alleen in en dankzij Christus.
Het woord ‘zondaar’ wordt in het NT veelal (hoewel niet uitsluitend) gebruikt voor mensen die leven zonder God, buiten Christus en in de zonde. Anders is het gesteld met de kinderen van God. Die voelen zich vaak ‘zondaar’ voor het aangezicht van God. Omdat ze op zo veel fronten nog tekort schieten en in de zonde vallen. Die val in de zonde geeft een droevig gevoel maar het is de Heilige Geest zelf die dit droevige gevoel in het hart van de kinderen van God werkt. Met als doel dat we de toevlucht nemen tot de altijd aanwezige genade van Christus.
Toch denk ik dat het de restanten van de oude mens in mij zijn, die moeite hebben met de aanspraak ‘zondaar’. De Bijbel heeft er in ieder geval geen moeite mee. De tollenaar in Lucas 18:13 zei niet: ‘ O God wees mij, heilige, die gezondigd heeft genadig’ maar hij zei: ‘O God, wees mij zondaar genadig’. En wat lezen we dan: Hij ging als ‘rechtvaardige’ naar huis.
En Paulus? Hij wordt er in Romeinen 7 haast wanhopig van als hij ziet hoeveel invloed de zonde in zijn leven nog heeft: ‘Wat ik verlang te doen, het goede laat ik na, wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik’’(Romeinen 7:19) En dan volgt de haast wanhopig klinkende uitspraak: ‘Wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood?’(Romeinen 7:25 NBG vertaling).
Er is geen enkele reden om gering te denken over de invloed die de zonde nog heeft in het leven van de door de Geest van God vernieuwde mens. Onderschatting van die kracht leidt tot hevige ontsporingen. Dat heeft de geschiedenis ons duidelijk geleerd. Is het erg om in het doopwater te worden terug geduwd? Nee, niet als we daarna maar onmiddellijk de toevlucht nemen tot de genade van onze Heer. Want dan komen we er alleen maar sterker uit tevoorschijn en verliest de zonde steeds verder terrein in ons leven. Dan blijven we niet in de zonde vastzitten. Paulus wijst ons de uitweg: ‘God zei gedankt hiervoor, door Jezus Christus onze Heer’(Romeinen7:25).
‘Tegelijk rechtvaardige en zondaar’. Die uitspraak blijft zeer doen aan mijn ‘oude’ oren maar toch kan ik er niet onderuit. Niet zo lang ik leef op aarde. Straks wel, als de volmaaktheid zijn intrede zal doen. Dan zal de hoge ‘status’ -die ik nu al heb in Christus- volkomen gelijk zijn aan de ‘stand’ van mijn leven.
Click this link to respond to this article
Mooi, deze blog! Is de duivel gjliek aan de comfortzone omdat hij/zij je steeds verleidt tot zaken die je sussen en je afhouden van waar het werkelijk over gaat? Ik zie bij de duivel ook wel het onder ogen moeten zien van je angsten. Maar dat rijmt weer niet met die comfortzone. Hoe zie jij dat?Hartelijke groet,Corrine
— Lupita15-10-2012 05:48