Het boek 'De Uitnodiging' van W. Paul Young - een recensie - deel 2
We gaan verder met de bespreking van dit zeer intrigerende boek van Paul W. Young 'De Uitnodiging'. We geven een aantal citaten waarop we commentaar geven. De citaten zijn steeds schuin gedrukt.
Op Pagina 114 zegt Papa iets over de Drie-eenheid wat heel erg Schriftuurlijk lijkt: “Wij zijn niet drie goden en we hebben het ook niet over één god met drie hoedanigheden, zoals een man die tegelijkertijd echtgenoot, vader, en werknemer kan zijn. Ik ben één God en ik ben drie personen en elk van deze drie is ten volle en volkomen de Ene”.
Bovenvermeld citaat lijkt recht te doen aan de wijze waarop de Bijbel spreekt over de Drie-eenheid. Maar erg verwarrend wordt het wanneer we op pagina 107 heel iets anders lezen en wel dat niet alleen Jezus littekens draagt maar dat Mack ook littekens op de polsen van Papa (!) ziet. Op pagina 253 lezen we iets soortgelijks: ‘Zoals je weet was het niet mogelijk om vrijheid te scheppen zonder er een prijs voor te betalen. Papa keek omlaag naar zijn handen en polsen waar de littekens duidelijk zichtbaar waren”.
We zien in dit citaat een aantal elementen die in eerste instantie lijken op diverse oude dwalingen uit de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis. De eerste die we tegen komen is de dwaling van het modalisme van Sabellius uit de derde eeuw. Volgens het Sabellianisme bestaat God slechts uit één Persoon, die zich in drie verschillende gedaanten (proposa) of verschijningsvormen (modi) heeft geopenbaard. Als Papa (de Vader) ook littekens draagt dan schijnt dat te wijzen op het feit dat ook Hij aan het kruis heeft geleden. De Vader neemt dan de verschijningsvorm van de Zoon aan en lijdt in feite zelf aan het kruis. Een hieraan verwante dwalings is die van het z.g. Patripassionisme. Deze leer werd in de tweede eeuw verdedigd door Noëtius van Smyrna. Ook hier is Jezus is slechts een verschijningsvorm van God de Vader en geen zelfstandig persoon. Het lijden van de Christus aan het kruis is in feite het lijden van de Vader. God de Vader lijdt zelf aan het kruis.
Toch schijnt dat niet helemaal de bedoeling van de schrijver te zijn. Op pagina 108 wordt dit gereduceerd tot een samen lijden van de Vader en de Zoon aan het kruis. We lezen: ‘Wij waren daar samen’. Mack was verbaasd. ‘Aan het kruis? vraagt Mack. Wacht eens eventjes, ik dacht dat U (Papa) hem verliet. ‘Mijn God, mijn God waarom hebt u mij verlaten? ’Papa zegt tegen Mack: ‘Je begrijpt het mysterie daarvan niet. Ongeacht wat hij (d.i. Jezus)op dat moment ook voelde, ik heb hem nooit verlaten’. Even verder: ‘Vergeet niet dat het verhaal (nl. van de kruisiging) niet eindigde bij zijn gevoel van verlatenheid’. Hier wordt door de schrijver de gehele Bijbelse verzoeningsleer behoorlijk op zijn kop gezet en van zijn kracht ontdaan.
In de eerste plaats is het zo De Bijbel het op veel plaatsen duidelijk maakt dat door de mens de zonde in de wereld is gekomen. En door de zonde de dood. En dat er alleen door de rechtvaardige mens Jezus Christus voor de zonde betaald kon worden en de dood kon worden overwonnen verslagen. Zie bijv. Rom. 5:12-15; I Kor. 15:21; Hebr. 2:14-16; Hebr. 7:26,27; I Petrus. 3:18 ). God de Vader heeft dan ook niet samen met Jezus aan het kruis geleden maar alleen Jezus Christus.
In de tweede plaats wordt door de schrijver het verlaten zijn van Christus door God gereduceerd tot een gevoel van verlatenheid. Volgens de schrijver gaat het niet om een echte, feitelijke, verlatenheid maar slechts om een gevoel daarvan. Jezus voelde zich verlaten maar God had hem, volgens de schrijver, helemaal niet verlaten. Hij de Vader, leed mee aan het kruis. Vanuit de optiek van de schrijver is dat logisch. Als de Vader en de Zoon samen aan het kruis zouden hebben geleden dan kan er van echte verlatenheid geen sprake zijn. Gedeelde smart is immers halve smart.
Maar met het kruiswoord ‘Mijn God, mijn God waarom hebt U mij verlaten?’ (Mat. 27:46) is Jezus aangekomen bij het dieptepunt van Zijn onuitsprekelijke angst en pijn, verschrikkingen en helse kwelling die Hij moest ondergaan voor ons. Het ergste en pijnlijkste wat Hem kon en moest overkomen was de verlatenheid door God. Die verlatenheid ervoer Hij toen Hij neerdaalde in de hel en vormt daarmee de kern en het dieptepunt van het lijden. De hel is de plaats waar God niet is, de plaats van de totale verlatenheid.
Als je die verlatenheid van Jezus reduceert tot alleen maar een gevoel dan heeft dat ingrijpende gevolgen. Als je de diepte van het lijden vermindert, dan doe je op gelijke wijze afbreuk aan de ernst van de zonde. De zonde veroorzaakte een diepe kloof tussen God en de mens. Die kloof kon niet anders gedicht worden dan door het lijden en sterven van Jezus. De breuk tussen God en mens was zo ernstig dat deze alleen geheeld kon worden als Jezus de uiterste consequentie van onze ongehoorzaamheid zou dragen: de verlatenheid en angst en pijn van de hel.
Als de ernst van de zonde niet wordt gepeild, dan is het ook niet verwonderlijk dat het begrip ‘zonde en schuld’ in dit boek een heel andere invulling krijgt. Er wordt ons een veel te optimistisch mensbeeld voorgeschoteld dan dat we ons Bijbels gezien kunnen verantwoorden. Herhaaldelijk wordt gezegd dat de kern van ons falen is dat we ‘Onafhankelijk’ willen zijn. Nu is dit op zich wel juist, maar de Bijbel leert ons dat er véél meer aan de hand is. Door onze ongehoorzaamheid zijn we vijanden van God geworden (Romeinen 5:10).
Laten we tot slot een voorbeeld geven hoe de schrijver omgaat met zonde en schuld. Op pagina 134 vraagt Mack aan Papa: ‘Zijn er ook mensen op wie u niet zo dol bent? Antwoord van Papa: ‘Nee… niemand gevonden. Ik denk dat ik niet anders kan’. Mack: ‘Hoe zit dat dan met uw toorn? Volgens mij zou u toch veel bozer moeten zijn als u blijft volhouden dat u de almachtige God bent?’. Antwoord van Papa: ‘Moet dat?’. Papa vervolgt op pagina 135: ‘Ik hoef mensen niet voor hun zonden te straffen. De zonde straft zichzelf. Ze verteert je van binnenuit. Het is niet mijn bedoeling de zonde te straffen, het is mijn vreugde te genezen’. Op pagina 255 zegt Papa: ‘Ik haal nooit iemand naar beneden, ik veroordeel niemand. Zulke zaken brengen geen greintje heelheid of gerechtigheid voort. Daarom werden ze ook aan het kruis genageld in de persoon van Jezus’.
Tegen deze citaten kan vanuit de Bijbel heel veel ingebracht worden. Johannes 3:36 zegt: ‘Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem’. Hoezo dan geen toorn? 2 Thessalonicenzen 1:8 zegt: ‘Dan komt Hij (d.i. Jezus) in een vlammend vuur en omringd door engelen, door wie hij zijn macht manifesteert; dan straft hij hen die God niet erkennen en het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen’. Hoezo geen straf? De schrijver schijnt te geloven in het zelf reinigend en corrigerend karakter van de zonde. Het is waar: zonde brengt niets dan zonde voort en als de zonde volgroeid is leidt de zonde uiteindelijk naar de dood (Jacobus 1:15). Maar dat is geen autonoom proces, buiten God om, zoals de schrijver suggereert.
De schrijver lijkt zich niet te realiseren dat de zonde een inbreuk is op het recht van God. Elke zonde is een daad die indruist tegen de gerechtigheid van God. Elke zonde moet daarom recht gezet worden. En dat heeft Jezus Christus voor ons gedaan. Dat wordt prachtig onder woorden gebracht in 2 Korintiërs 5:21: “Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem” (vertaling NBG). De schrijver laat Papa zeggen: ‘Ik veroordeel niemand’. Dat is in de grond van de zaak universalisme. Universalisme is: Het komt goed met iedereen, ongeacht of hij of zij nu gelooft of niet. Maar hij had moeten zeggen: ‘Ik veroordeel niemand die in Christus Jezus is’ want dat is volgens Romeinen 8:1 Bijbelse taal. Veroordeling brengt wel degelijk gerechtigheid voort. Waarom? Omdat Jezus Christus in onze plaats werd veroordeeld en daardoor deze gerechtigheid volbracht heeft. Wordt vervolgd…….
Click this link to respond to this article
Ik wil u graag even bedanken voor het schrijven van deze recensie's, dat moet een hoop tijd hebben gekost!
Dit boek werd door iedereen in mijn omgeving gelezen en aangeraden, daarom besloot ik het ook te gaan lezen.
Ik ben er eigenlijk helemaal niet zo enthousiast over, ik las het zo uit omdat het wel fijn geschreven is. Maar nu ik er over na denk wou ik dat ik het helemaal niet gelezen had. Mijn Bijbelkennis is niet enorm groot, dat maakt het heel verwarrend. De enige fout die ik er uit kon halen is het deel over de kruisiging, zoiets had ik nog nooit in de bijbel gelezen. En als dat deel al niet klopt, wat klopt er dan nog meer niet? Daarom ging ik opzoek naar een recensie als deze.— Marjolein30-06-2013 23:38