Sometimes it feels like Bob Dylan says: "I practice a faith that's long been abandoned, ain't no altars on this long and lonesome road"

Translate this website

Visitors to this website today: 194Total number of visitors to this website: 783763
Welcome to the website of Kees de Graaf
Kees de Graaf keesdegraaf.com
 

Houdt God van alle kinderen of alleen van Zijn kinderen? Deel 2.

 

Naar aanleiding van ons eerste weblogartikel over bovengenoemd onderwerp hebben we van Bas Luiten een reactie ontvangen. Daar zijn we heel blij mee want het heeft ons inzicht verder verdiept. U kunt zijn reactie lezen onder mijn artikel. In grote lijnen zijn we het van harte eens met wat Bas schrijft. Toch willen we een aantal zaken nog verduidelijken. Ook al stemmen we met heel veel in met wat Bas schrijft ,toch blijven we na het lezen van de reactie van Bas met de volgende vraag zitten: Mogen we – of moeten we zelfs - alle mensen nu aanspreken met: “Je bent een geliefd kind van God” of moeten we toch onderscheidend blijven spreken?

Het is waar wat Bas zegt, God heeft de wereld lief (Joh. 3:16) en wij zijn inderdaad geroepen om onze naaste lief te hebben als onszelf en dat zonder onderscheid. God heeft zijn vijanden lief (Rom. 5:10) en ook wij zijn geroepen om onze vijanden lief te hebben (Mat. 5:44).Ook voor Trump en Poetin blijven we bidden, ook al bidden we tegelijkertijd of God hun boze plannen wil verijdelen.

Het punt bij Rom.5:10 is dat wij -tot het moment waarop wij geroepen werden- helemaal nog geen geliefde kinderen van God waren. In tegendeel , wij waren Gods vijanden ( ἐχθροὶ ὄντες- letterlijk “vijanden zijnde”). Maar God brak met Zijn liefde dwars door onze vijandschap heen en neemt ons tot geliefde kinderen aan. Dat is wat er gebeurt in de tijd. Natuurlijk zit daar nog een laag van Gods eeuwige verkiezing boven, maar daarover straks iets meer.

Sterker nog, in Ef 2:3 staat dat wij van nature “kinderen des toorns” waren – Vert. NBG51. In het Grieks: τέκνα φύσει ὀργῆς. (Het woord “kinderen” is in de NBV21 weggelaten maar dit woord staat wel degelijk in de grondtekst). Nu moeten we goed begrijpen dat wanneer er sprake is van “de toorn van God” dat dit niets anders is een uiting van Zijn brandende liefde. Hij kan het niet verdragen dat Zijn prachtige schepping door onze zonde kapot gemaakt wordt. Dat raakt Hem diep. En om de zonde, het kwaad aan te pakken, kan Hij en wil Hij niet anders dan daartegen te keer gaan. En dat is maar goed ook. Een rechter die de schuldige vrijuit laat gaan is een waardeloze rechter.

Als wij boos zijn, “toornen”, dan komt altijd onze oude mens daarin mee. Onze boosheid, onze “toorn” is daarom nooit zuiver. Maar bij Hem is dat heel anders. Zijn toorn is altijd zuiver en komt voort uit Zijn liefde. Als we in Rom 1:18 lezen dat Gods toorn zich openbaart over al het kwaad en onrecht dat de mensen begaan en in Joh. 3:36 dat wie de Zoon niet wil gehoorzamen, het leven niet zal kennen en dat de toorn van God op hem blijft rusten, dan moeten we beseffen dat er in die toorn van God een dringend appel zit om te breken met de zonde. In dat appel zit niets anders dan brandende, zuivere liefde. Om zoveel mogelijk mensen te redden.

Het N.T maakt o.i. duidelijk dat de term “geliefde kinderen van God” uitsluitend gereserveerd moet worden voor de groep van uitverkorenen, degenen die geroepen zijn. Joh. 17:6 spreekt daarover als Jezus zegt: “Ik heb aan de mensen die u mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekend gemaakt. Zij waren van u maar u hebt hen aan mij gegeven. Ze hebben uw woord bewaard”. (c.f. Joh.17:9 en Rom. 8:28-30).

God heeft Zijn volk, Zijn kinderen, op een bijzondere wijze lief. We lezen in Deut. 32 vers 10 e.v. dat God Zijn volk omringde met zorg en liefde, Zijn volk koesterde als Zijn oogappel. “Wie aan Mijn volk komt, komt aan Mijn oogappel” zegt Zach. 2:12 .

De vraag die nu gesteld moet worden is: Gaat die bijzondere liefde van God voor Zijn uitverkoren volk, Zijn uitverkoren kinderen, nu ten koste van Zijn liefde voor alle mensen? Bij ons mensen is dat vaak zo. We kennen de uitdrukking “Het hemd is nader dan de rok”. Wij hebben de sterke neiging om onze naaste familie, onze kinderen, meer liefde te geven dan anderen die verder van ons afstaan. En dan hebben we het er nog niet eens over gehad dat wij onze vijanden moeten liefhebben. Maar is God nu ook zo? Dan is ons antwoord: nee, God is niet zo.

Tevens hebben wij hierbij te beseffen dat echte liefde altijd een keuze inhoudt. Dat geldt op menselijk en op goddelijk vlak. Afgedwongen liefde is geen liefde. Een huwelijk waarbij de man de deuren op slot doet zodat zijn vrouw niet weg kan lopen is geen huwelijk. Als God met Zijn liefde en genade bij de mens langs komt, dan kan de mens die liefde en genade weigeren. Die keuze was er al in het paradijs en die is er nog steeds. En als die mens dan tegen Hem kiest, dan moet Hij terug treden, hoeveel pijn Hem dit ook doet. Maar toch doet ook dit niets af van Gods liefde voor alle mensen, ook al weigeren mensen om die liefde te aanvaarden.

“Wacht even”, zult u misschien zeggen. “Hier ga je toch te kort door de bocht want 1 Joh. 4:19 zegt: “Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad”. Dan zeggen we: ook dat is waar. God is nooit afhankelijk van onze keuze voor Hem. Terecht zingen we: “God kiest de zijnen uit en roept die allen”.

Sterker nog, wij zijn zo diep gevallen dat wij uit onszelf nooit voor Hem kunnen en willen kiezen. We hebben onszelf van nature tot vijanden van God gemaakt. Tim Keller zegt: “From our side it looks we freely chose God, but when we look back we see that He chose us before we chose Him” (Tim Keller, sermon on Romans 9, “The Freedom of God”.

Elders zegt Tim Keller: “If you chose God because you were wiser or better, you will feel superior. But if you see that He chose you, out of sheer grace, it humbles you to the dust and lifts you to the skies” (Tim Keller, sermon on Epehsians 1:3-14). Keller is hier genuanceerd. Hij verwerpt fatalisme. Hij zegt dat Gods soevereiniteit en onze verantwoordelijkheid elkaar niet opheffen. Nog een laatste citaat van Keller: “You never see God’s election before you believe – it only becomes clear afterwards, when you look back and see His hand everywhere”. (Sermon on John 6:44 “Drawn by the Father”). Of zoals Bob Dylan zingt: “I can see the Master’s hand in every leaf that trembles and in every grain of sand”.

Concluderend zeggen we: God is voor 100% soeverein in Zijn genade en toch blijven wij voor 100% verantwoordelijk voor onze keuzes. Voor ons menselijk brein lijkt dat een paradox maar toch leert de Bijbel dit. Juist omdat we ons gedragen weten door Gods verkiezende liefde, moeten we ons niet passief gaan opstellen, maar moet ons dat des te meer aanvuren om die liefde van God nu ook met onze naaste te delen.

Geheel terecht schrijft Bas dat er in 1 Joh. 4:8 en 16 staat “God is liefde” en dat Zijn liefde groter is dan wij bevatten kunnen en dat alles en iedereen op die manier uit God is. Omdat Bas vindt dat we daar te snel mee klaar zijn, gaan we daar nog even op door want dit is best een belangrijk punt.

Voor het woordje “is” in God “is” liefde staat in het Grieks “ἐστίν”. Dat betekent dat dit woordje “is” een wezenlijke, blijvende identiteit uitdrukt, niet slechts een tijdelijke eigenschap. Misschien zou je het zo kunnen zeggen: God is een en al liefde, alles wat Hij was en is en wat Hij doen zal, komt voort uit Zijn liefde en daarom kan Hij niet anders dan liefhebben. Liefde is a.h.w. Zijn existentie.

Willen we de liefde van God beter leren verstaan, dan moeten we allereerst naar Jezus kijken. De liefde van Christus is de enige toegangspoort tot de liefde van de Vader, tot Zijn Vaderhart. Als we door het geloof geworteld en gegrondvest zijn in de liefde van Christus (Ef. 3:17) dan zullen we “in staat zijn de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte (van die liefde) te begrijpen, opdat u geheel vervuld zult raken van de volheid van God” (Ef.3:18). Als we dus naar Jezus kijken, naar wat Hij zei en deed, dan straalt daarin de liefde van de Vader door en komen we daardoor veel te weten over de liefde van de Vader, voldoende voor onze redding. Maar toch is daarmee nog niet alles gezegd.

Want zegt Ef. 3:19 ,die liefde van Christus die ook de liefde van de Vader is, gaat tegelijkertijd “alle kennis te boven”. Die liefde is zo veelomvattend dat deze maar moeilijk adequaat in menselijk woorden en begrippen te vatten is.

Misschien kan de ontkennende of z.g. “apofatische weg” ons helpen om iets verder te komen. Het is een “negatieve” of ontkennende manier van spreken over God, die erkent dat God in eindige menselijke taal nooit volledig te vatten is. Je kunt alleen zeggen wat God niet is, in plaats van wat Hij wel is.

Als voorbeeld daarvoor kan dienen de uitspraak van het Concilie van Chalcedon (451 n. Chr.).Hier ging het over de vraag van de twee naturen van Christus, de goddelijke en de menselijke natuur, die samen één Persoon vormen. Nog nooit is iemand in staat geweest om de verhouding tussen die twee naturen in kaart te brengen. Het is een groot mysterie. Om dwalingen af te weren, heeft het concilie van Chalcedon  toen de apofatische methode gebruikt en toen gesteld dat de twee naturen van Christus onveranderd, ongedeeld, ongemengd, en ongescheiden zijn, waarbij de eigenschappen van elke natuur behouden blijven.

Laten we een (gewaagde) poging doen om deze onderscheidingen toe te passen op Gods Liefde. Dan zouden we dit kunnen krijgen:
a) Gods Liefde is onveranderd. Hij verandert nooit. Zijn liefde in de Oudtestamentische bedeling is dezelfde als in de Nieuwtestamentische bedeling. Bij Hem is “geen verandering of zweem van ommekeer” (Jac. 1:17 Vert. NGB51). Zijn liefde is onomkeerbaar.
b) Gods Liefde is ongedeeld. Hij is niet voor een deel liefde en voor een deel haat (ook al haat Hij de zonde)maar Hij heeft heel Zijn schepping lief en heeft daarom ook alle mensen lief zonder aanzien van de persoon (Hand. 10:34; Rom 2:11; 1 Petr.1:17).
c) Gods Liefde is ongemengd. Het is liefde van één stuk. Ook al moet Hij soms toornen, dan is die toorn nog steeds een uiting van zijn onvermengde liefde (zoals we hierboven reeds zagen).
d) Gods Liefde is ongescheiden. Rom. 8:38,39 zegt ons dat niets ons kan scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer. Hoe diep wij en heel de schepping ook gevallen is, welke krachten de boze ook inzet, niets kan Hem scheiden van deze liefde. In Zijn liefde is Hij onafscheidelijk verbonden aan de schepping.

Onze conclusie: Ook als we niet iedereen aanspreken als een geliefd kind van God, dan doet dit niets af van Gods liefde voor alle mensen.

Wilt u reageren? Scroll dan naar beneden en plaats uw reactie.

 Go back
Published on: 17-10-2025 16:51:44

Click this link to respond to this article

Be the first to respond

Write your response in the box below