Sometimes it feels like Bob Dylan says: "I practice a faith that's long been abandoned, ain't no altars on this long and lonesome road"

Translate this website

Visitors to this website today: 115Total number of visitors to this website: 720729
Welcome to the website of Kees de Graaf
Kees de Graaf keesdegraaf.com

Galaten 3:28 Een bom onder gezagsrelaties?

 

In Galaten 3:28 lezen we de bekende tekst: ‘Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus’.

 Voorstanders van de vrouw in het kerkelijk ambt beroepen zich nogal vaak op deze tekst. Hebben die voorstanders een punt? : Neen, zegt Prof J. Douma op zijn website. Maar daar is m.i. lang niet alles mee gezegd.

Prof. J. Douma schrijft op zijn website[1] over deze tekst het volgende:

“Met een tekst als Gal. 3,28 legde Paulus geen bom onder de slavernij en onder het weren van vrouwen uit de ouderlingenbank en de preekstoel. De tekst zegt duidelijk dat de slaven en de vrouwen in de gemeente precies zo aan Christus verbonden zijn als hun heren en hun mannen. Gaat het over hun relatie tot Christus, dan is er geen enkel verschil tussen mannen of vrouwen, heren of slaven. Maar dat zegt nog niet dat gelijkheid in Christus ook gelijkheid in aardse taken betekent, zodat een man ‘eigenlijk’ geen slaaf meer kan zijn en een vrouw ‘eigenlijk’ alle taken zou moeten kunnen verrichten die de man verricht”.

 Als het over de relatie tot Christus gaat, ben ik het met deze exegese van Prof. Douma  eens. Dat wil echter niet zeggen dat er niet meer over deze tekst te zeggen zou zijn. Want als je eenmaal ‘in’ Christus bent dan verandert er heel veel. Christus is je nieuwe Heer geworden. Het is waar: je maatschappelijke situatie, en dus ook de gezagsverhouding waarin je tot anderen staat, verandert niet – althans zeker niet meteen. Een slaaf blijft een slaaf, een heer blijft heer. Maar er verandert van binnen, in het hart van die slaaf en die heer, die man en die vrouw wel  heel veel. De liefde van Christus gaat door de Heilige Geest woning maken in die harten. En dan worden de rollen  in zeker opzicht omgedraaid. Laat ik dit met het voorbeeld van de heer en de slaaf verder uitwerken. Wie  ‘heer’ was in het maatschappelijk leven en veel slaven onder zich had, wil graag in alles op Jezus, zijn nieuwe ‘Heer’ gaan lijken. En wat is nu zo typerend voor de Heer Jezus?. Wel dit dat Hij, zoals Hij zelf gezegd heeft, niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen. Hij de Heer die de voeten van Zijn discipelen waste. Hij liet een voorbeeld na om te volgen.

De omgang van de heer met zijn slaven zal door de doorwerking van het evangelie meer en meer gestempeld en bepaald worden door zorg voor de naaste, door Bijbelse gerechtigheid, door liefde. De omgang van de slaaf met zijn baas, zijn heer, zal steeds meer en meer gestempeld worden door bereidwilligheid, betrokkenheid. Geen ‘slaafse’ gehoorzaamheid meer, niet meer werken omdat het ‘moet’ maar met hart voor de zaak van de baas, de heer. Kortom, overal waar dit evangelie de harten verovert, ontstaan harmonieuze arbeidsverhoudingen. Iets soortgelijks kan gezegd worden over de verhouding tussen  man en vrouw[2].

 Zoals gezegd veranderen de maatschappelijke (gezags) verhoudingen door de komst van het evangelie niet. Althans niet meteen. Paulus zegt niet ‘weg met dat verschrikkelijk onderdrukkend instituut van de slavernij, dit instituut past niet bij het evangelie en bij het Koninkrijk van God’. Paulus roept nergens op tot maatschappelijke revolutie. Hij laat de maatschappelijke gezagstructuren van die tijd in tact. Dat wil nog niet automatisch zeggen dat hij deze structuren goedkeurt of aanwijst als Bijbels[3]. Paulus heeft maar één doel voor ogen en dat is de maximale doorwerking van het evangelie van Jezus Christus. Alles moet daaraan ondergeschikt gemaakt worden. Het is maar goed ook dat Paulus niet opgeroepen heeft tot omkering van de maatschappelijke gezagsverhoudingen. Het evangelie zou ongetwijfeld verworden zijn tot een politieke en culturele actie groepering en dood gebloed zijn.

Tegelijk mogen we stellen: Het kan niet anders of daar waar het evangelie doorwerkt daar zullen op den duur in de maatschappij steeds meer structuren en verbanden ontstaan die meer recht doen aan de Bijbelse notitie van recht en gerechtigheid en zorgzaamheid. Dat kan soms lang duren. Het heeft tot 1863 geduurd alvorens de slavernij werd afgeschaft.

Wat de positie van de vrouw in de maatschappij betreft, in de Griekse wereld van Paulus zijn tijd had de vrouw nog niet eens toegang tot de politieke senaat, laat staan dat zij daar het woord zou mogen voeren. Het was toen al heel wat dat de vrouw wel in de christelijke gemeente mocht komen, en bovendien daar ook mocht bidden en profeteren .In die nieuw verworven vrijheden schoten die vrouwen soms door, met als resultaat dat ze in opspraak kwamen in de wereld van toen, die immers behoorlijk anti vrouw was. Paulus ziet dat gebeuren in de gemeente van Korinthe en trapt op de rem en maant de vrouw tot bescheidenheid.. Hij wil opnieuw geen blokkade voor de doorwerking van het evangelie in de wereld van toen. Vandaag is het precies andersom. Wij liggen vanuit de maatschappij en de politiek als christelijke gemeente onder vuur vanwege de positie die wij aan de vrouw in de gemeente toekennen. Die kritiek moeten we ons aantrekken. Net als Paulus moeten we geen onnodige blokkades opwerpen  voor de doorwerking van het evangelie. Want gewoontes en culturen veranderen door de eeuwen heen. Ook gezagsverhoudingen wijzigen zich voortdurend. Maar onder die wisselende tijden en culturen blijft het evangelie van Jezus Christus hetzelfde. Het blijft een voortdurende uitdaging om in alle verbanden een maximale doorwerking van dit evangelie te bewerkstelligen. Dat vereist voortdurende bezinning.

 

Kees de Graaf   

 


[1] Hij doet dat in zijn reactie op het boek van Drs H. de Jong –‘De Weg’ – Tien stellingen over de Bijbel. Verdere informatie treft u aan op: www. jochemdouma.nl

[2] Dit punt werk ik nu niet nader uit. Meer hierover is te vinden in een preek over I Korintiërs 7:8,9 die U  elders op deze website kunt vinden.

 

[3]. Cf. I Korinthiërs 7: 20,21. Paulus zegt: ‘als je als slaaf de kans krijgt om vrij te worden, dan moet je die zeker benutten’.   

Als 'JA' geen 'JA' meer is, wat dan?

Professor A.L. Th. De Bruijne schreef onlangs in de rubriek ‘Vraag en Antwoord’ in de Reformatie[1] een artikel  waarin hij zich bezig hield met de vraag hoe het komt dat in de ethiek binnen de Gereformeerde Kerken de aandacht voor regels verschoven is naar de aandacht voor de persoon.

De Bruijne schrijft: ‘vandaag kijken we naar de eigenschappen van de persoon zelf. Als iemand bijvoorbeeld niet meer twee maal naar de kerk gaat, velt een regelethiek daarover gemakkelijk een oordeel. Het is verkeerd omdat het afwijkt van een geldende norm. In een deugdethiek verreken je iemands persoon en de doorgaande levenshouding. Spreekt daaruit toewijding aan Christus dan kan het antwoord anders uitvallen’.

De Bruijne constateert een nieuwe eenzijdigheid. Velen nemen nu helemaal afscheid van de regelethiek en zetten alles op de kaart van de deugdethiek. Dit is een terechte constatering en de Bruijne reageert hier kritisch op.  

Wat ik echter bij De Bruijne mis is dat hij geen duidelijke oorzaak aangeeft hoe het zover heeft kunnen komen en hoe we hier weer uit kunnen komen. Louter en alleen stellen dat de huidige deugdethiek  een reactie is op de in het verleden ver doorgevoerde regelethiek binnen onze kringen, voldoet niet. Het probleem zit dieper.

Jezus zegt in Matt. 5: 37: ‘Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad’. Valt dit gebod van Jezus nu binnen het kader van de regelethiek of van de deugdethiek?Als dit gebod binnen het kader de deugdethiek valt dan kan de ontrouwe kerkganger niet langer rekenen op een milde beoordeling binnen het kader van de deugdethiek. We hebben  als kerken nu eenmaal afspraken gemaakt en daar gezamenlijk JA op gezegd. Zo hebben we de afspraak dat we twee maal per zondag een eredienst beleggen. Regels en afspraken mag je veranderen mits je met die verandering een goed doel dient en je die verandering in gezamenlijk overleg afspreekt. Maar afspraak blijft wel afspraak. Heb je eenmaal een afspraak dan moet je jezelf er ook aan houden. Je houden aan afspraken is een deugd geen regel. Je er niet aan houden is uit den boze en komt ook van de Boze.

Als JA niet langer JA is in de samenleving dan is een enorme ontwrichting het gevolg. Een samenleving waarin JA geen JA meer is, is gedoemd tot ontbinding over te  gaan. Dat zien we bijv. ook in het enorm toegenomen aantal echtscheidingen. Tweederde van de huwelijken vindt een vroegtijdig einde. Scheidingsmakelaars doen goede zaken. JA in een huwelijk betekent nu vaak: zo lang het goed gaat, zolang het mij uitkomt.  

Er heerst een in de samenleving een geest van vrijblijvendheid en daar is de kerk niet ongevoelig voor .We leven bovendien in een maatschappij waarin je bijna onbeperkte keuze mogelijkheden tot je beschikking hebt. Alles wordt op maat, naar eigen keuze samengesteld. In de kerk is in toenemende mate een trend waarneembaar waarin steeds meer gemeenteleden een eigen pakket van religieuze handelingen samenstellen. Geheel op individuele leest geschoeid .Dat kan van alles zijn. Deelname aan huiskringen, Bijbelstudie groepen of activiteit in allerlei commissies in de gemeente. Daar kunnen  de zondagse erediensten ook bijhoren, maar dat is niet bij voorbaat noodzakelijk. De zondagse kerkdiensten hebben niet meer de centrale plaats die ze eens hadden maar zijn  steeds meer en meer één van de keuze mogelijkheden geworden. Natuurlijk zijn er ook andere oorzaken voor de leegloop aan te wijzen zoals secularisatie. Toch zal de lakmoesproef voor het voortbestaan van de kerk in de toekomst vooral hierin gelegen zijn of de kerk weer in staat zal zijn de bediening van het Woord in de zondagse erediensten centraal te stellen. Dat is een kwestie van volharding. Daar hoeven we bij voorbaat niet pessimistisch over te zijn mits we weer terug keren naar de bron.

 Die bron is Jezus zelf. En dat niet alleen omdat Jezus zelf de vaste gewoonte had om iedere zondag naar de synagoge te gaan (Lucas 4:16) en daar niet van afweek. Maar vooral omdat, zoals staat in 2 Korintiërs 1:19, Jezus het JA belichaamt. Hij is de volstrekt Betrouwbare. Afspraak was bij Hem afspraak, ook toen het heel moeilijk werd. Tot in de dood toe. Omdat God een en al JA is, daarom tilt Hij er zo zwaar aan als wij ons eenmaal gegeven JA woord breken. Een kerk en een samenleving die de importantie inziet van het nakomen van eenmaal gemaakte beloften en afspraken heeft toekomst. Ook al gaat dat dwars tegen de heersende cultuur in. Afspraken worden ook in een kerkverband gemaakt. Daarom was die uitspraak destijds van Prof. K Schilder zo gek nog niet, toen hij zei dat Christus ook voor het kerkverband zijn bloed heeft gegeven.     

 


[1] Nummer 3 jaargang 86 d.d. 5 november 2010, pag. 44.

[1]      «      14   |   15   |   16   |   17   |   18